Staatssecretaris Sander Dekker van OCW wil het openbaar en bijzonder onderwijs zoveel mogelijk gelijktrekken. Dat schrijft hij in de Kamerbrief wegnemen ongelijkheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs.

Dekker noemt in zijn brief eerst een aantal volgens hem wezenlijke verschillen tussen openbaar en bijzonder onderwijs op grond van het duale bestel (artikel 23 van de Grondwet). Deze verschillen wil hij laten bestaan.

‘Zo rechtvaardigt de garantiefunctie van de overheid voor voldoende openbaar onderwijs, lokale overheidsbemoeienis met het openbaar onderwijs. Daarnaast garandeert het openbare karakter van openbaar onderwijs levensbeschouwelijk neutraal onderwijs en algemene toegankelijkheid voor iedereen’, aldus Dekker.

‘Het bijzonder onderwijs wordt vormgegeven op grond van richting of identiteit en heeft het recht om toelatingsbeleid te voeren. Dit recht geldt ook bij de benoembaarheid van lesgevend personeel, terwijl voor openbaar onderwijs de regel van gelijke benoembaarheid geldt.’

Andere verschillen, die volgens de staatssecretaris niet wezenlijk zijn op grond van het duale bestel, wil hij wel rechttrekken of in elk geval daartoe een onderzoek instellen.

  • Schatkistbankieren: voor de schuldpositie van een bijzonder bestuur staat OCW garant, terwijl bij een openbaar bestuur door OCW een gemeentelijke garantstelling wordt gevraagd. Dekker laat onderzoeken of dit verschil kan worden rechtgetrokken. Daarbij weegt hij mee dat het financieel risico dat OCW loopt bij de garantstelling voor een rekening-courant-krediet relatief beperkt is en een aanvraag met een gemeentegarantie vaak gepaard met hoge administratieve lasten.
  • Kinderopvang: het openbaar onderwijs heeft in tegenstelling tot het bijzonder onderwijs nu niet de mogelijkheid om onderwijs en kinderopvang onder te brengen in één rechtspersoon (integrale kindcentra). Dekker vindt dat openbaar en bijzonder onderwijs op dit punt dezelfde mogelijkheden moeten hebben. Artikel 48 lid 4 WPO, waarin staat dat openbare schoolbesturen slechts onderwijs mogen verzorgen, moet daarom ruimer worden gelezen: ‘Onder het voorgeschreven doel van een stichting voor openbaar onderwijs kunnen ook andere activiteiten vallen die daar nauw mee verbonden zijn en die redelijkerwijs dienstbaar zijn aan een goede invulling van dat doel’, aldus Dekker.
  • Samenwerkingsschool: op dit moment is het voor een stichting openbaar onderwijs niet mogelijk om een samenwerkingsschool in stand te houden, terwijl het bijzonder onderwijs dat wel kan. Dit najaar komt de staatssecretaris met een wetsvoorstel dat onder meer tot doel heeft om deze ongelijkheid weg te nemen.
  • Rechtspositie: de Tweede Kamer heeft eerder dit jaar ingestemd met het initiatiefwetsvoorstel over de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren. Daarmee komt het personeel in het openbaar onderwijs net als het personeel in het bijzonder onderwijs onder het Burgerlijk Wetboek te vallen. De Eerste Kamer moet hier nog mee instemmen.

Daarnaast gaat Dekker in zijn brief in op drie onderwerpen waarover in de uitvoeringspraktijk zorgen zijn geuit:

  • Verantwoordelijkheid gemeenten: Dekker gaat onder andere met VOS/ABB en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek over de interactie tussen gemeenten en stichtingen voor openbaar onderwijs. Hij wil onderzoeken of en zo ja hoe die interactie efficiënter kan.
  • Toelatingsbeleid: de staatssecretaris gaat in op de mogelijkheid om op grond van de vrijheid van onderwijs onder de zorgplicht van passend onderwijs uit te komen. Dekker benadrukt dat het bijzonder onderwijs alleen toelatingsbeleid mag voeren dat in lijn is met het doel en de grondslag van de school.
  • Lotingssystematiek: het lotingssysteem in Amsterdam zou nadelig uitpakken voor ouders die voor hun kind per se een openbare school willen. De garantiefunctie van de overheid voor voldoende openbaar onderwijs laat volgens Dekker onverlet dat er openbare scholen zijn die meer aanmeldingen krijgen dan het aantal beschikbare plaatsen. Hem zijn vanuit Amsterdam geen signalen bekend dat ouders die specifiek willen kiezen voor openbaar onderwijs geen school kunnen vinden.

Dekker sluit de Kamerbrief af door te benadrukken dat het duale bestel ‘een stevig fundament’ is. Verschillen tussen openbaar en bijzonder onderwijs moeten volgens hem altijd ‘logisch verklaarbaar zijn vanuit de wezenlijke kenmerken van het duale bestel’.

Door het openbaar en bijzonder onderwijs verder met elkaar in lijn te brengen, wordt volgens de staatssecretaris bijgedragen aan ‘een onderwijsbestel dat aansluit op de veranderingen in het onderwijsveld en dat passend is ingericht voor de toekomst’.

Informatie: Helpdesk, 0348-405250 van 08.30 tot 12.30 uur, helpdesk@vosabb.nl

Deel dit bericht: