Met het advies tegen de samenwerkingsscholen laat de Onderwijsraad zien mijlenver af te staan van de realiteit waarmee het funderend onderwijs in krimpgebieden te maken heeft. Het is bovendien onbegrijpelijk dat de raad adviseert de achtergestelde positie van het openbaar onderwijs te handhaven.

Staatssecretaris Sander Dekker van OCW wil het realiseren van samenwerkingsscholen gemakkelijker maken en ook de bestuurlijke vormgeving ervan vereenvoudigen. Het is alweer bijna twee jaar geleden dat hij in brede school Het Samenspel in het dorpje Wolphaartsdijk zijn beleidsvisie op krimp presenteerde. De locatie in Zeeland had hij niet voor niets gekozen: in Het Samenspel – de naam doet het al vermoeden – werken openbaar en bijzonder onderwijs met elkaar samen.

Er was inmiddels alweer ruim een jaar voorbij toen in juni vorig jaar duidelijk werd dat het nog zeker een jaar zou duren voordat Dekker zijn wetsvoorstel voor de samenwerkingsschool zou kunnen indienen. Het zou in het kader komen te staan van het behoud van goede onderwijsvoorzieningen in krimpregio’s. Samenwerkingsscholen bieden bij uitstek de mogelijkheid om een kwalitatief goed aanbod van zowel openbaar als bijzonder onderwijs te handhaven. Dat weten ze in krimpgebieden allang.

Empirische noodzaak

De Onderwijsraad adviseert nu echter dat de samenwerkingsschool een grondwettelijke uitzondering moet blijven. Het wetsvoorstel zou moeten worden heroverwegen en op onderdelen aangepast, omdat het nu met te weinig ‘empirische noodzaak’ zou zijn onderbouwd. ‘De wetgever blijft met dit wetsontwerp niet op alle punten binnen de constitutionele kaders en houdt onvoldoende rekening met effecten in de praktijk’, stelt de raad. Als klap op de vuurpijl benadrukt de Onderwijsraad dat een stichting voor openbaar onderwijs niet het bevoegd gezag van een samenwerkingsschool zou mogen zijn.

Terwijl in krimpgebieden al veel informele samenwerkingsscholen zijn, wordt in Den Haag dus verder gedelibereerd. Het gaat over grondwettelijke en bestuurlijke kwesties rond artikel 23 over de vrijheid van onderwijs, over de vraag of het wenselijk is de schotten weg te halen die in 1917 met dit grondwetsartikel zijn opgetrokken tussen openbaar en bijzonder onderwijs. De Onderwijsraad ziet vooral beren op de weg, denkt in problemen en nadrukkelijk niet in kansen. Ondertussen krimpen de krimpgebieden door.

Wetswijziging wel nodig?

Samenwerking tussen openbaar en bijzonder onderwijs is echt de enige oplossing van het probleem dat in krimpgebieden steeds meer scholen dicht moeten. In de krimpgebieden slaan dan ook op steeds meer plaatsen openbaar en bijzonder onderwijs de handen ineen. Je zou kunnen stellen dat ze daar helemaal geen wetswijziging nodig hebben, want zonder actie uit Den Haag komt samenwerking ook van de grond.

Het besef dat samenwerking noodzakelijk is, en wel nú, dringt in elk geval bij de Onderwijsraad nog niet door, getuige het jongste advies dat alleen maar vertragend kan werken. Wat het advies helemaal merkwaardig maakt, is dat erin staat dat een stichting voor openbaar onderwijs niet het bevoegd gezag mag zijn van een samenwerkingsschool. Daarmee pleit de raad bewust voor handhaving van de achtergestelde positie van het openbaar onderwijs ten opzichte van het bijzonder onderwijs.

Concept School!

Bij VOS/ABB en de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) gaan we inmiddels een stap verder. Wij pleiten voor het concept School!, de ultieme samenwerking die boven de denominaties uitstijgt en het onderwijs ook buiten krimpgebieden echt toekomstbestendig kan maken. De gevolgen van de huidige demografische krimp geven de noodzaak weer het onderwijssysteem in Nederland te ontzuilen. Het conservatieve advies van de Onderwijsraad laat zien, dat dit niet met halve maatregelen kan.

Ritske van der Veen, directeur VOS/ABB, en Rein van Dijk, directeur VOO

Deel dit bericht: