Moet een openbare school een gebedsruimte ter beschikking stellen als daarom wordt gevraagd? Nee, oordeelde de Commissie gelijke behandeling in 2000 naar aanleiding van een kwestie op het openbare Caland Lyceum in Amsterdam. Een vergelijkbare kwestie speelt nu op het openbare Leidsche Rijn College in Utrecht.

De kwestie op het Caland Lyceum in Amsterdam-Osdorp speelde in 1999. Islamitische leerlingen wilden een leeg lokaal gebruiken als gebedsruimte, maar de toenmalige rector weigerde dat. Karin Adelmund, die in die tijd staatssecretaris van Onderwijs was, bevestigde het standpunt van de rector dat een openbare school geen gebedsruimte beschikbaar hoeft te stellen. De toenmalige onderwijswethouder van de gemeente Amsterdam, Jaap van der Aa, vond echter dat de rector zich te rigide opstelde. De kwestie werd voorgelegd aan de Cgb.

De commissie (die in 2010 is opgegaan in het College voor de Rechten van de Mens) oordeelde dat het Caland Lyceum met de weigering niet inging tegen de Algemene wet gelijke behandeling. Op grond van die wet mogen leerlingen op school wel uiting geven aan hun religie, bijvoorbeeld door een kruisje of een hoofddoek te dragen of door te bidden tijdens de pauze, maar een school hoeft leerlingen en/of personeel geen faciliteiten te bieden om hun godsdienst te kunnen beoefenen.

Rijswijks Lyceum

In 2015 speelde een vergelijkbare kwestie op het openbare Rijswijks Lyceum in het Zuid-Hollandse Rijswijk. Daar wilde een islamitische docent in een ruimte in school kunnen bidden. De rector weigerde een ruimte beschikbaar te stellen, maar zei ook dat er geen bidverbod is: ‘Ik kan niet verbieden dat iemand zijn ogen sluit en aan God denkt, laat staan dat ik dat zou kunnen controleren. Maar wij bieden geen faciliteiten voor het gebed.’

De bewuste docent sprak later met klem tegen dat hij om een aparte gebedsruimte had gevraagd. Hij bad soms in een magazijn, dan weer in een berghok en soms na schooltijd in een vergaderruimte. Het is volgens hem voor moslims helemaal niet nodig om een aparte gebedsruimte te hebben.

Leidsche Rijn College

Op het Leidsche Rijn College (LRC) is nu een discussie gaande over de vraag of er een gebedsruimte moet komen. Leerlingen begonnen daarvoor een online petitie, die op het moment van publicatie van dit bericht ruim 1.500 keer is ondertekend. In die petitie staat dat er al jaren vraag is naar een gebedsruimte die kan worden gebruikt door iedere leerling en leraar, ongeacht hun levensovertuiging.

Een gebedsruimte zou volgens de bewuste leerlingen ‘een inclusieve, comfortabele school voor iedere leerling en leraar’ kunnen creëren. In de petitie staat ook dat na de uitbreiding van de school er ruimte was voor een gebedsruimte, maar dat de schoolleiding zo’n ruimte niet wilde, omdat het LRC een openbare school is.

Rector Eric Hordijk van het LRC verwijst naar het leerlingenstatuut van Stichting NUOVO voor openbaar voortgezet onderwijs in de gemeente Utrecht, waaronder de school valt. In dat statuut, dat in 2020 door het bestuur en de leerlinggeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) is vastgesteld, staat dat bidden is toegestaan, mits dit in de eigen tijd van de leerling plaatsvindt en op een plek waar anderen er niet door gestoord worden. Ook staat erin dat de scholen van NUOVO geen fysieke ruimtes bieden aan leerlingen om te bidden.

De Utrechtse onderwijswethouder Eelco Eerenberg wijst er in een bericht van RTV Utrecht op dat een openbare school geen gebedsruimte beschikbaar hoeft te stellen. Hij verwijst daarbij naar het oordeel van de Cgb uit 2000.

Advies VOS/ABB

VOS/ABB kent het oordeel van de Cgb uiteraard, maar wij verwijzen ook naar artikel 2.3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), waarin het karakter van het openbaar onderwijs wordt beschreven. In dit wetsartikel staat dat het openbaar onderwijs bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving. ‘Daarbij wordt de betekenis van de verscheidenheid van deze waarden onderkend. Openbaar voortgezet onderwijs wordt zo gegeven dat ieders godsdienst of levensovertuiging wordt geëerbiedigd’, zo vermeldt het artikel.

Op basis hiervan vindt VOS/ABB dat het vanuit het karakter van het openbaar onderwijs niet zou misstaan om op enige wijze gehoor te geven aan het verzoek om een gebedsruimte. Bijvoorbeeld door het aanwijzen/inrichten van een algemene stilteruimte die door alle leerlingen en personeelsleden (ongeacht levensovertuiging of godsdienst) te gebruiken is voor een moment van bezinning. Door te kiezen voor een algemene stilteruimte laat de openbare school geen voorkeur blijken ten opzichte van een specifieke godsdienst of levensovertuiging, wat in lijn is met de uitgangspunten en de kernwaarden van het openbaar onderwijs (gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting).

Dit is nadrukkelijk een advies van VOS/ABB, dus niet een gebod. Een verzoek om een gebedsruimte is een kwestie die de openbare school in goed overleg met de betrokkenen kan bespreken.

VOS/ABB kan altijd met u meedenken! Daarvoor kunt u Tamar Kopmels en Eline Bakker van het Team Identiteit benaderen via identiteit@vosabb.nl.

Deel dit bericht: