Op Prinsjesdag sprak de Koning in zijn Troonrede over wat mensen écht bezighoudt: “Iedereen wil ook – heel concreet en dichtbij – kunnen rekenen op goede en toegankelijke zorg, op een sociaal vangnet als het leven even tegenzit en op onderwijs dat kinderen allereerst de basisvaardigheden leert.” Maar opvallend genoeg bleef het daarbij. Het onderwijs kreeg verder geen aandacht in de Troonrede, ondanks dat het volgens de Koning een van de primaire zorgen van mensen is.

Het dubbeldemissionaire kabinet van VVD en BBB, dat met de verkiezingen van 29 oktober in zicht slechts op de winkel past, doet weinig grote nieuwe beleidsvoorstellen. Wel kiest het kabinet ervoor om de koopkracht van Nederlanders nog iets extra’s te ondersteunen, ondanks dat het Centraal Planbureau aangeeft dat die ook zonder extra maatregelen al op peil blijft. Minister Heijnen schuift structurele keuzes opnieuw door naar latere jaren, waardoor het begrotingstekort volgend jaar binnen de perken blijft, maar de houdbaarheid op lange termijn onzeker is.

Onderwijs: enkele structurele stappen, maar ook pijnlijke keuzes
In de begroting van OCW zijn enkele structurele stappen opgenomen. Zo worden vanaf 2029 tijdelijke regelingen zoals School & Omgeving, schoolmaaltijden en de brugfunctionaris samengevoegd tot één structurele aanvullende bekostigingsregeling. Daarmee wordt circa €1 miljard aan tijdelijke subsidies omgezet in structurele financiering.

Daarnaast komt er een wetsvoorstel dat eisen stelt aan schoolbesturen en intern toezicht. Besturen moeten het maatschappelijk belang expliciet meewegen in hun besluiten. Ook wordt de bekende kleinescholentoeslag in het primair onderwijs omgevormd tot een dunbevolktheidstoeslag, een maatregel die eerder al was aangekondigd.

Het ministerie van OCW benadrukt dat leraren en schoolleiders een stevige stem moeten krijgen in beslissingen over curriculumontwikkeling, vooral waar het gaat om pedagogisch-didactisch beleid. Daarom wordt gewerkt aan een wetsvoorstel ‘versterken inspraak leraren en schoolleiders’.

Bezuinigingen en politieke realiteit
In de begrotingsstukken zijn ook enkele tegemoetkomingen aan oppositiepartijen opgenomen. Zo is de voorgenomen bezuiniging op de Onderwijskansenregeling in het voortgezet onderwijs geschrapt, dankzij een motie van D66 die door een Kamermeerderheid werd gesteund.

Voor onderwijs is dat de enige pijn die wordt verzacht. De eerder aangekondigde 10% korting op het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid blijft overeind. Gemeenten moeten deze taakstelling doorvoeren zonder compensatie, wat gevolgen heeft voor lokale programma’s zoals VVE en taalondersteuning. Daar zullen scholen dus ook de gevolgen van ondervinden.

Dat het kabinet deze keuzes maakt, is niet los te zien van de politieke verhoudingen. VVD en BBB beschikken samen nog maar over 32 van de 150 zetels in de Tweede Kamer en 22 van de 75 zetels in de Eerste Kamer. Om de plannen door beide Kamers te loodsen, zijn concessies aan oppositiepartijen noodzakelijk. Dat de twee overgebleven coalitiepartijen na de verkiezingen beter voorstaan, lijkt op dit moment onwaarschijnlijk.

Zoals gebruikelijk, zullen onze bekostigingsexperts Vivian Vrolijk en Ronald Bloemers uiterlijk vrijdag een uitgebreide analyse van de begroting van OCW voor 2026 geven.

Lees ook: Prijsbijstelling 2026: bekostiging 0,612% omhoog

Deel dit bericht: