Het CBS berekende de achterstandsscores van het primair onderwijs over 2025. Voor schoolbesturen is van belang dat de scores per jaar kunnen verschillen. Dat heeft gevolgen voor de bekostiging die scholen krijgen om onderwijsachterstanden tegen te gaan.

Om de hoogte van de bekostiging te bepalen, maakt het ministerie van OCW sinds 2023 gebruik van de risico-indicator van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS bepaalt eerst de achterstandsscore per leerling en rekent deze om naar een score voor de hele school. Hoe lager de totale achterstandsscore uitvalt, hoe hoger de kans op onderwijsachterstanden.

Omgevingskenmerken

Op 24 juni publiceerde het CBS de achterstandsscores primair onderwijs, met als peildatum 1 februari. De scores zijn uitgesplitst in onderbouw, leerlingen tot en met 7 jaar, en bovenbouw, leerlingen vanaf 8 jaar. Als bron gebruikt het CBS gegevens van DUO, samen met een aantal gekoppelde bestanden voor omgevingskenmerken, zoals het opleidingsniveau van de ouders.

Bij de analyse gaat het CBS uit van een verband tussen de Cito-eindscores, de potentie van de leerlingen en de omgevingskenmerken. Scores voor de hele school kunnen jaarlijks verschillen, doordat een omgevingskenmerk verandert, bijvoorbeeld als ouders uit de schuldsanering komen. Daarnaast kan het totaal aantal leerlingen op een school veranderen.

Lumpsum

Als de achterstandsscore over 2025 aanzienlijk afwijkt van de score over 2024, is het zaak om intern met elkaar in gesprek te gaan. Het ministerie raadt in dat geval aan om de verdeling van de middelen binnen de totale lumpsum te bekijken. In de hoop dat verminderde bekostiging voor onderwijsachterstanden op een andere manier is op te vangen.

Meer informatie: brochure Fluctuaties achterstandsscores scholen regulier basisonderwijs

Deel dit bericht: