Ook de Eerste Kamer heeft ingestemd met de voorgenomen bezuinigingen op het onderwijs. Voor het onderwijs van basisscholen tot en met universiteiten heeft het kabinet een korting van €1,25 miljard ingeboekt.
Aanvankelijk wilde het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB € 2 miljard bezuinigen op het onderwijs, maar in december werd bekend dat dit met €748 miljoen werd verzacht. Onder meer het plan om het structurele bedrag van € 19 miljoen per jaar voor godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs (g/hvo) in het openbaar onderwijs te schrappen, ging toen van tafel.
Een andere bezuiniging die werd geschrapt, is die op de versterking van de functiemix in het voortgezet onderwijs in de Randstad. Het kabinet wilde daar €75 miljoen op korten, maar dat plan werd geschrapt. Deze regeling is bedoeld om het lerarentekort in het voortgezet onderwijs in met name de Randstad te verminderen, omdat de personeelstekorten daar het grootst zijn.
Op het programma School en Omgeving zou vanaf 2026 structureel €210 miljoen worden bezuinigd, maar dat werd verminderd tot €170 miljoen. Dit programma is in het leven geroepen om meer leerlingen van met name scholen met een hoge CBS-achterstandsscore een buitenschools aanbod te bieden. Het idee is dat zij zich dan beter kunnen ontwikkelen.
De bezuiniging ter waarde van €130 miljoen op de maatschappelijke diensttijd werd volledig geschrapt. Dit betekent dat de mogelijkheid blijft bestaan voor leerlingen in onder meer het voortgezet onderwijs om met vrijwilligerswerk hun talenten te ontdekken en werkervaring op te doen.
Het was voor de coalitie nodig om tot een overeenkomst met de oppositie te komen, omdat de regeringspartijen in de Eerste Kamer geen meerderheid hebben. Zonder akkoord zou de onderwijsbegroting na goedkeuring door de Tweede Kamer niet door de Eerste Kamer komen. Nu is dat inmiddels gebeurd.