De Raad van State (RvS) adviseert de minister het wetsvoorstel gerichte bekostiging aan te passen. Al eerder deed VOS/ABB dat. Ook de RvS ziet te veel ongewenste gevolgen en adviseert het voorstel aan te passen vóór indiening bij de Tweede Kamer. 

Schoolbesturen wachten al geruime tijd op extra middelen voor basisvaardigheden, structurele bekostiging in plaats van tijdelijke subsidies. Dat is gepland vanaf 1 januari 2027 via een nieuw bekostigingsinstrument: gerichte bekostiging. Daartoe is er een wetvoorstel opgesteld. Met de voorgestelde gerichte bekostiging wil de overheid meer grip krijgen op de besteding van de onderwijsmiddelen. Zoals het er nu naar uitziet, duurt het nog even voor het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer kan. 

Zorgen geuit 

Tijdens de internetconsultatie hebben wij, samen met andere profielorganisaties, onze zorgen geuit over negatieve gevolgen van het voorstel. Zo vrezen we toenemende administratieve lasten voor de schoolbesturen en een beperking van de bestedingsvrijheid. Daarnaast vergroot gerichte bekostiging financiële onzekerheid bij schoolbesturen, omdat na vijf jaar de geldkraan kan worden dichtgedraaid. Ook kan het geld worden teruggevorderd wanneer scholen niet aan hun administratieve verplichtingen voldoen. 

Kritisch advies  

Er is weinig gedaan met onze feedback en het voorstel is vrijwel ongewijzigd voorgelegd aan de Raad van State. Die toont zich ook zeer kritisch over het voorstel en adviseert de minister om nog eens goed te kijken naar mogelijke ongewenste gevolgen van het wetsvoorstel voor het in te dienen bij de Tweede Kamer. De minister moet vooral de risico’s heroverwegen op een complexer financieringsstelsel en op verdere inperking van de bestedingsvrijheid van scholen. Ook vindt de RvS de delegatiegrondslag te ruim. In het wetsvoorstel krijgt de minister de bevoegdheid om verplichtingen te verbinden aan de gerichte bekostiging. Daarmee krijgt hij de mogelijkheid om vergaand centraal te sturen in het onderwijs. Aangezien centrale sturing op gespannen voet staat met de grondwettelijke inrichtingsvrijheid die scholen hebben, vindt de RvS het niet passend dat de verplichtingen middels een ministeriële regeling bepaald worden. 

Lumpsum of doelfinanciering 

De Raad van State ziet het voorstel als opmaat naar een wijziging van het financieringsstelsel. Met het wetsvoorstel stuurt de overheid met doelfinanciering steeds meer richting centrale overheidssturing en steeds verder af van bestedingsvrijheid. Terwijl de Onderwijsraad juist oproept de lumpsum te behouden. Daarom vraagt de RvS nu aan de minister: maak een duidelijke keuze voor lumpsum of doelfinanciering.  

Duidelijke keuzes 

Als de regering toch kiest voor aanpassing van het financieringsstelsel naar doelfinanciering, moet ze volgens de RvS ook duidelijke keuzes maken voor samenhangende uitgangspunten en ontwerpprincipes. Alleen zo kan het wetsvoorstel zorgen voor rechtszekerheid, rust en voorspelbaarheid voor scholen. En juist daaraan heeft het de laatste jaren ontbroken.  

De bal ligt bij de minister 

Het is nu afwachten wat de minister gaat doen: het wetsvoorstel – deels of geheel – aanpassen en dan naar de Tweede Kamer sturen, wachten met indienen of ongewijzigd doorsturen naar de Tweede Kamer en die laten beslissen over de keuzes die de RvS benoemt in het advies. We houden je op de hoogte van de ontwikkelingen. 

Lees meer over het advies van de Raad van State. 

Deel dit bericht: