In de Voorjaarsnota staan twee maatregelen met mogelijke financiële gevolgen: de 60-plusmaatregel keert terug en de WW gaat van 24 naar 18 maanden. Hoe bereid je je daar als werkgever op voor? Goede interne afstemming tussen HR en Financiën is een aanrader.
Per 1 januari 2025 kwam een eind aan de vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers: de 60-plusmaatregel. Onlangs besloot het kabinet om deze beslissing terug te draaien. Daarmee geeft het kabinet ruimte aan het UWV, dat achterloopt met de beoordelingen. Naar verwachting is de 60-plusmaatregel vanaf 1 september weer voor twee jaar van kracht.
Daarnaast besloot het kabinet om de duur van de WW-uitkering te beperken. Vanaf 2027 zal de WW geen 24 maanden, maar 18 maanden bedragen. Hoe de aanpassing van de WW er precies uit gaat zien, wordt volgens het ministerie rond de zomer bekend. Duidelijk is al wel dat zieke medewerkers vanuit een verkorte WW sneller in de WIA belanden.
Stijgende premies
Dat betekent dat je als werkgever potentieel een hogere premie betaalt voor de Werkhervattingskas (Whk). Hiermee draag je onder andere bij aan de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA). De UWV-beschikkingen voor deze premie komen vaak binnen bij Financiën/Administratiekantoren. Voor controle, ook met terugwerkende kracht, is het zinvol om contact te leggen met de afdeling HR.
Ook de premie voor een eventuele WGA-hiaatverzekering kan omhoog gaan, meldt Aon Verzekeringen. Deze verzekering is bedoeld om het ‘hiaat’ tussen het loon en de vervolguitkering van een langdurig zieke werknemer te dichten. Is het dan verstandig om eigenrisicodrager te worden, zodat je minder premie betaalt? Dat hangt van het hele werkgeversplaatje af. Advies van een externe deskundige is daarbij geen overbodige luxe.
Voor informatie neem contact op met Henri Damen