Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) verhoogt de pensioenen per 1 juli met 2,39%. Ook ontvangen gepensioneerden een nabetaling van 1,2% over de eerste zes maanden van dit jaar. Het is voor het eerst sinds 2008 dat de ABP-pensioenen omhoog gaan.

Het ABP meldt dat de pensioenen omhoog kunnen omdat het fonds er goed voorstaat en omdat de overheid de pensioenregels vanaf 1 juli aanpast, vooruitlopend op het nieuwe pensioenstelsel. Eind dit jaar kijkt het ABP of de pensioenen ook in 2023 omhoog kunnen. Dat hangt af van de vraag hoe het fonds er eind oktober financieel voorstaat. Ook kijkt het ABP dan naar de prijsstijgingen in 2022.

Beleidsdekkingsgraad

De pensioenfondsen konden de pensioenen alleen verhogen als de beleidsdekkingsgraad (de dekkingsgraad over de laatste 12 maanden) 110% was. Per 1 juli gaat dat omlaag naar 105%. Dat maakt het makkelijker om de pensioenen te verhogen. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel geld er in kas is om de pensioenen uit te betalen.

De actuele beleidsdekkingsgraad van het ABP is 110,1%. Vele jaren was de dekkingsgraad veel lager. Dat kwam vooral doordat de rente buitengewoon laag was. Sinds enige tijd stijgt de rente en dat is goed voor het ABP.

Hoge inflatie

De verhoging van de pensioenen per 1 juli is overigens veel lager dan de huidige inflatie. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne stijgen de prijzen voor onder andere energie en voedsel hard. Dus per saldo gaan gepensioneerden er nog steeds op achteruit, alleen wat minder dan wanneer de pensioenen niet omhoog zouden gaan.

Het ABP beheert als grootste pensioenfonds van Nederland onder andere de onderwijspensioenen.

Lees meer…

Deel dit bericht: