Het loonverschil tussen leraren in het primair onderwijs en hun collega’s in het voortgezet onderwijs verdwijnt. Dit betekent dat leraren in het primair onderwijs de komende jaren gemiddeld 10% meer gaan verdienen. Het ministerie van OCW heeft daar met de sociale partners een akkoord over bereikt.

Ook komen er arbeidsmarkttoelagen voor scholen met veel kwetsbare leerlingen en voor schoolleiders. Bovendien krijgen leraren meer ruimte om zich te professionaliseren en komt er meer geld om de werkdruk in met name het voortgezet onderwijs te verlagen. Met het akkoord is een bedrag van 1,5 miljard euro gemoeid.

Lerarentekort

De gedachte is dat met het dichten van de zogenoemde loonkloof het lerarentekort in met name het primair onderwijs kan worden verkleind. Als leraren in het primair onderwijs meer kunnen verdienen, zouden meer mensen voor de klas willen staan, is het idee.

Het dichten van de loonkloof was al opgenomen in het regeerakkoord. Het was vooral een wens van regeringspartij D66. Kamerlid Paul van Meenen van die partij is dan ook blij: ‘Eindelijk dichten we de loonkloof, een lang gekoesterde gewenst van D66: leraren, schoolleiders en andere personeelsleden van basisscholen gaan fors meer verdienen. Ik ben heel blij met dit akkoord en de grote investering in het onderwijs.’

Onderwijsminister Dennis Wiersma benadrukt dat het essentieel is dat er genoeg leraren zijn die hun vak goed kunnen uitoefenen. ‘Daarom investeren we 1,5 miljard euro in leraren, schoolleiders en ander onderwijspersoneel voor een hoger salaris, minder werkdruk en meer tijd voor ontwikkeling.’

In het Onderhandelaarsakkoord CAO PO 2022 staat wat het gelijktrekken van de salarissen in het primair en voortgezet onderwijs concreet betekent voor leraren, schoolleiders en onderwijsondersteuners.

Geen argumenten

Afgelopen januari meldde het ministerie van OCW nog dat het geen documenten kon vinden waarin het argument wordt gebruikt dat het dichten van de loonkloof het lerarentekort zou kunnen verkleinen. Dat meldde OCW in het besluit op een Wob-verzoek.

De indiener van dat Wob-verzoek vroeg om alle adviezen, rapporten en onderzoeken die betrekking hebben op het argument dat het dichten van de loonkloof het lerarentekort zou verkleinen. OCW meldde niet aan het verzoek te kunnen voldoen, ‘omdat er geen documenten bij het ministerie berusten’ waarin dit argument wordt gebruikt.

Betere arbeidsvoorwaarden

Ook in januari zei onder anderen oud-voorzitter van de Onderwijsraad Henriëtte Maassen van den Brink dat het gelijktrekken van de salarissen in het primair en voortgezet onderwijs niet gaat werken. Volgens haar is het een beter idee om de arbeidsvoorwaarden zodanig te maken dat werken in het onderwijs voldoende aantrekkelijk wordt.

Samen met de emeritus-hoogleraren Joop Hartog (economie en bedrijfskunde) en Bernard van Praag (economie) stelde zij ook dat lerarenfuncties in het primair onderwijs niet gelijkwaardig zijn aan die in het voortgezet onderwijs als je kijkt naar de verschillende takenpakketten. Bovendien moet volgens Maassen van den Brink het intellectuele niveau van leraren in het voortgezet onderwijs hoger zijn dan in het primair onderwijs.

Deel dit bericht: