De minister van OCW zou alleen bij een ernstig vermoeden van wanbeheer een schoolbestuur een spoedaanwijzing kunnen geven, en niet al bij een redelijk vermoeden. Dat staat in een amendement van de SGP op de voorgestelde Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs.

Tweede Kamerlid Roelof Bisschop wijst erop dat bij een redelijk vermoeden van wanbeheer de drempel te laag wordt om een spoedaanwijzing te kunnen geven. De Raad van State had eerder al geadviseerd om in het wetsvoorstel op te nemen dat de minister pas een spoedaanwijzing kan geven bij een ernstig vermoeden van wanbeheer. Dat was dan ook in het wetsvoorstel opgenomen, maar nu staat er toch weer ‘redelijk vermoeden’.

De SGP’er vindt dat de terugkeer van de term ‘redelijk vermoeden’ niet alleen getuigt van ‘zwabberend’ beleid van de minister, maar ook dat die met het voorstel zoals het er nu ligt ‘inhoudelijk gezien een te lichtvaardige inbreuk op de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag’ wenst.

Langdurig en structureel

Bisschop heeft nog twee andere amendementen ingediend met betrekking tot dit wetsvoorstel. In het ene amendement staat dat de woorden ‘of langdurig’ eruit moeten, omdat volgens hem bij langdurige, maar geen ernstige problemen het reguliere toezicht volstaat. Hij baseert zich hierbij op wat de Onderwijsraad hierover zegt.

In het andere amendement staat dat een bestuurlijke aanwijzing niet van toepassing kan zijn op incidentele en individuele situaties waarin sprake is van tekortkomingen in de naleving van de wet. Er dient volgens Bisschop in de wet te staan dat dit alleen kan als er sprake is van structurele tekortkomingen die meerdere leerlingen raken.

VOS/ABB en de collega-organisaties Verus, VGS en VBS hadden eerder al een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over het wetsvoorstel en de tekortkomingen die daarin staan.

Informatie: Ronald Bloemers, 06-51914694, rbloemers@vosabb.nl

Deel dit bericht: