Woensdag 10 september kwamen er antwoorden van de staatssecretaris op vragen vanuit de Kamer over het nieuwe wetsvoorstel Planmatige aanpak onderwijshuisvesting. Hiervoor hebben wij een inbreng geleverd welke door GL/PvdA is overgenomen.
VOS/ABB stelde in reactie op het wetsvoorstel Planmatige aanpak onderwijshuisvesting dat de bekostiging voor de onderwijshuisvesting al langere tijd niet toereikend is, maar dat de bekostigingssystematiek wel uitgaat van toereikende bekostiging. Hierdoor wijkt de uitvoer mogelijk af van de bedoeling van het wetsvoorstel. Daarnaast worden schoolbesturen op deze manier gestimuleerd om toch geld opzij te zetten, terwijl de huidige politieke wens is dat schoolbesturen zo min mogelijk extra reserves aanhouden.
Op vragen hierover, gesteld door Groenlinks/PvdA, bevestigt de staatssecretaris dat “de systematiek van het stelsel van onderwijshuisvesting uitgaat van toereikende bekostiging. De uiteindelijke dekking hiervan is een vraag die bij de behandeling van de begrotingswetgeving aan de orde is”.
Kansengelijkheid
Verder gaf VOS/ABB aan dat het wetsvoorstel elementen bevat die van invloed zijn op de kansengelijkheid. Goede schoolgebouwen zorgen voor een goede leer- en werkomgeving. Bij ontoereikende dekking wordt de leer- en werkomgeving afhankelijk van het budget van het schoolbestuur. Hierdoor worden volgens VOS/ABB onderlinge verschillen vergroot. Op vragen hierover stelt de staatssecretaris dat er geen wetenschappelijke onderbouwing is voor de relatie tussen de status van het schoolgebouw en kansengelijkheid. Het wetsvoorstel doet daar dus niks mee.