Stichting Vizyr is op 7 maart jongstleden failliet verklaard. De Helpdesk van VOS/ABB geeft op basis van informatie van onze partner Brackmann Aanbestedingsspecialist advies over wat klanten van het failliete Vizyr nu het beste kunnen doen.

Het faillissement is op verzoek van bewindvoerder en de raad van bestuur uitgesproken, zo staat in een persbericht van Vizyr. Daarin staat ook dat activiteiten van het administratiekantoor gedurende de maand maart konden worden voortgezet.

De mogelijkheid van een doorstart wordt onderzocht. ‘Insteek daarbij zal zijn om zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden en de klanten ook op termijn continuïteit van de dienstverlening te kunnen bieden’, aldus de bewindvoerder.

Bij Vizyr met vestigingen in Heerlen, Rotterdam en Alkmaar (Kinobi) werkten ongeveer 100 mensen, die de financiële, personele en salarisadministratie van circa 400 scholen met in totaal ongeveer 8000 medewerkers verzorgden.

Het faillissement volgde op het vertrek per 1 januari 2017 van Stichting BOOR voor openbaar primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam als klant van Vizyr. BOOR was goed voor 45 procent van de omzet.

Hoe verder na faillissement Vizyr?

De Helpdesk van VOS/ABB schetst mede op basis van informatie van onze partner Brackmann Aanbestedingsspecialist de situatie nu Vizyr failliet is en geeft aan wat scholen in verband hiermee wel of juist niet kunnen doen:

  • Indien een opdrachtnemer, in dit geval Vizyr, failliet gaat, eindigt daarmee de overeenkomst. Het faillissement van een rechtspersoon is in die zin te vergelijken met het overlijden van een persoon.
  • Indien de failliete rechtspersoon, in dit geval Vizyr, een doorstart maakt, is er sprake van een nieuwe rechtspersoon. Deze nieuwe rechtspersoon heeft indertijd niet meegedaan aan de aanbestedingsprocedure, heeft zich niet gekwalificeerd, heeft geen inschrijving ingediend en de opdracht is niet aan hem gegund. De nieuwe rechtspersoon bekleedt in principe dezelfde positie als iedere willekeurige andere onderneming die de opdracht niet gegund heeft gekregen. De opdrachtgever mag met de doorstarter géén overeenkomst sluiten zonder aanbestedingsprocedure, noch met een andere willekeurige onderneming.

    De school moet dus een aanbestedingsprocedure gaan voeren om een nieuwe opdrachtnemer te contracteren (of besluiten deze werkzaamheden niet bij een derde onder te brengen en het zelf te gaan doen).

    Let op: er bestaan twee uitzonderingen op deze hoofdregel, namelijk als er in de opdrachtovereenkomst met Vizyr een clausule is opgenomen waarin de mogelijkheid van contractovername staat vermeld en als sprake is van rechtsopvolging ten gevolge van een interne reorganisatie van de opdrachtnemer. In dat geval dient de nieuwe opdrachtnemer te voldoen aan de eerder vastgestelde criteria voor kwalitatieve selectie en dient de overeenkomst niet gewijzigd te zijn. In die gevallen is er géén sprake van een nieuw aanbestedingstraject.Voor de eerste uitzondering dient vastgesteld te worden of de overeenkomst een dergelijke clausule bevat. In een overeenkomst die wij beoordeeld hebben, was inderdaad een dergelijke clausule opgenomen. In de overeenkomst met de nieuwe opdrachtnemer heeft de curator echter nadrukkelijk opgenomen dat er geen sprake is van contractsoverdracht en dat de rechten en verplichtingen nadrukkelijk niet zijn overgegaan. Daardoor is het sluiten van die overeenkomst aanbestedingsrechtelijk niet correct.De tweede uitzondering is niet aan de orde, omdat er in dit geval geen sprake is van een faillissement in het kader van een interne herstructurering.

  • De school loopt twee belangrijke risico’s als een overeenkomst wordt gesloten zonder aanbestedingsprocedure en zonder dat een beroep kan worden gedaan op een uitzondering. Het eerste risico is dat de accountant bij de controle van de jaarcijfers geen goedkeuring geeft. Het tweede risico is dat een marktpartij bezwaar maakt tegen de contractering. Dat bezwaar kan meebrengen dat de overeenkomst vernietigd wordt en dat de school de opdracht alsnog moet aanbesteden. De opdrachtnemer zal die vernietiging niet zonder meer accepteren en dat vertaalt zich meestal in een afkoopsom. De vernietiging van een overeenkomst kan gedurende een periode van zes maanden na het aangaan van de overeenkomst ingeroepen worden.
  • Omdat gedurende de termijn dat de aanbestedingsprocedure voorbereid en gevoerd wordt de betreffende taken wel uitgevoerd moeten worden, kan de school voor die beperkte periode een noodoplossing zoeken en een onderneming contracteren. Indien de waarde van die beperkte opdracht boven de Europese of de nationale drempel ligt, kan worden bekeken of een beroep gedaan kan worden op ‘dwingende spoed’.

    Ligt de begrote waarde onder die drempel maar wel boven de drempel om meervoudig onderhands aan te moeten besteden, dan wordt geadviseerd om te beoordelen of het eigen beleid de mogelijkheid van ‘dwingende spoed’ biedt. Zo niet, dan zal de school een besluit moeten nemen om in afwijking van het eigen beleid (en de Gids Proportionaliteit)  enkelvoudig onderhands een overeenkomst te sluiten, met een beroep op de ontstane situatie.

Informatie: Helpdesk, 0348-405250 van 08.30 tot 12.30 uur, helpdesk@vosabb.nl

 

 
Deel dit bericht: