Het nieuwkomersonderwijs is hard aan verbetering toe. Met nieuwe wetgeving wil het ministerie een structureel kader scheppen voor het onderwijs aan nieuwkomers.
In haar Kamerbrief van 24 juni onderstreept staatssecretaris Paul het belang van nieuwe wetgeving. Taalbeheersing is wat haar betreft essentieel voor nieuwkomers, zoals kinderen van vluchtelingen, arbeidsmigranten en expats, om volwaardig te kunnen meedoen in de samenleving. Daarnaast is het recht op goed onderwijs een internationale verplichting.
Nieuwe wet
Het funderend onderwijs aan nieuwkomers is nu nog geen onderdeel van de onderwijswetten. Bovendien vervalt in 2028 de Wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen. Met een nieuwe wet wil de staatssecretaris meer duidelijkheid geven over de gewenste kwaliteit van het onderwijs en de onderwijsresultaten van nieuwkomers.
In haar brief kondigt ze ook andere maatregelen aan ter ondersteuning van het onderwijs. In de eerste plaats is de overgang van nieuwkomersonderwijs naar het vervolgonderwijs te groot. Het ontbreekt leerkrachten vaak aan tijd om nieuwkomers daarbij te begeleiden. Daarom laat het ministerie onderzoek doen naar de succesfactoren bij doorstroming van nieuwkomers.
Regionale programma’s
Concreet benoemt de staatssecretaris ook de moeizame overgang vanuit de ISK’s naar het mbo. Het aantal uitvallers is daarbij te groot. Ze mikt op betere regionale afspraken met speciale aandacht voor nieuwkomers. Voor regionale programma’s stelt ze jaarlijks € 90 mln. ter beschikking. Daarnaast maakt het ministerie een modelovereenkomst voor regionale afspraken.
Gezamenlijk werken regionale partners aan betere kansen voor nieuwkomers.
Meer informatie: Een betere start voor kinderen met Nederlands als tweede taal