Voor het voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs geldt vanaf maandag 5 oktober het dringende advies mondkapjes te dragen. Dit advies gaat niet gelden voor het primair onderwijs.

Het dringende mondkapjesadvies voor het voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs is de uitkomst van overleg van de onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob met onder andere de PO-Raad en VO-raad. Dit overleg volgde op onrust in het onderwijs over de verspreiding van het coronavirus in scholen.

Gangen en aula’s

Voor het voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs geldt het dringende advies om een mondkapje te dragen in alle situaties waar de 1,5 meter tussen leerling en docent niet te waarborgen is. Dat is bijvoorbeeld het geval in de gangen en aula’s. In de klas kan het mondkapje af.

Het is nadrukkelijk een dringend advies en geen verplichting vanuit de overheid. Scholen kunnen zelf beslissen of ze een mondkapjesplicht invoeren. Scholen die dit willen, kunnen een mondkapjesplicht vaststellen in het leerlingenstatuut en de arbeidsvoorwaarden, waarmee de medezeggenschapsraad moet instemmen.

Vrijdag werd bekend dat bijvoorbeeld de middelbare scholen in coronabrandhaard Amsterdam en ook die in onder andere Breda, Deurne en Heemstede voor een mondkapjesplicht kiezen.

Vmbo en praktijkonderwijs

Het dringende mondkapjesadvies geldt ook bij beroepsgerichte vakken in het vmbo en praktijkvakken in het praktijkonderwijs als daarbij geen 1,5 meter afstand kan worden gehouden. Het dragen van een mondkapje mag echter niet de veiligheid in gevaar brengen, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij lassen.

Het ministerie van OCW meldt verder dat het dragen van een mondkapje ‘niet realistisch’ is bij leerlingen met een beperking als zij ‘sterk afhankelijk zijn van nabijheid en/of gelaatsuitdrukkingen’. In dergelijke situaties hoeft het mondkapje niet, ook niet als de 1,5 meter afstand niet kan worden gehanteerd. Het is in dat geval aan de schoolleiding om in overleg met de medezeggenschapsraad te bepalen voor welke leerlingen het dragen van een mondkapje reëel is.

Het dragen van mondkapjes is een aanvulling op de basisregels en geen vervanging daarvan. Het blijft dus van belang om afstand te houden, regelmatig goed de handen te wassen en ontsmetten, in de ellenboog te hoesten of niezen en thuis te blijven bij klachten om verspreiding van het coronavirus zoveel mogelijk te voorkomen.

Primair onderwijs

Het nieuwe dringende mondkapjesadvies geldt niet voor het primair onderwijs, meldt het ministerie, ‘omdat het aantal (clusters van) besmettingen onder de 12 jaar aanzienlijk lager is’. Voor het primair onderwijs blijft gelden dat 1,5 meter afstand tussen leerling en docent niet nodig is.

Jaap van Dissel

RIVM-directeur Jaap van Dissel heeft vrijdag zijn standpunt herhaald dat het dragen van niet-medische mondkapjes weinig nut heeft in de strijd tegen het coronavirus. Een duidelijke wetenschappelijke basis daarvoor ontbreekt, stelt hij. Van Dissel ziet het mondkapjesadvies vooral als een politieke keuze, meldt de NOS.

Hij zegt te begrijpen dat mensen zich veiliger wanen als ze een mondkapje dragen, maar het belangrijkste blijft volgens Van Dissel dat we voldoende afstand tot elkaar blijven bewaren en de overige voorzorgsmaatregelen in acht blijven nemen.

In het oktobernummer van het VOS/ABB-magazine Naar School! staat een artikel over mondkapjes in het voortgezet onderwijs. In dat artikel vertelt bestuursvoorzitter Roy Palmen waarom Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken (OGVO) al aan het begin van het schooljaar heeft gekozen voor het gebruik van mondkapjes. U kunt het artikel online lezen:

Mondkapjes op school – ja of nee?

Deel dit bericht: