De Eerste Regeling bekostiging 2020-2021 primair onderwijs is gepubliceerd. Hierin zijn de afspraken van het eind vorig jaar gesloten Onderwijsconvenant verwerkt.

De verschillende bedragen met betrekking tot de gemiddelde personeelslast (GPL) en de bedragen voor het personeels- en arbeidsmarktbeleid (PAB) zijn opgehoogd met 0,115 procent. Dit betreft individuele scholingsrechten. Hiervoor is voor een periode van twee jaar 21,2 miljoen euro uitgetrokken. Het ophogingspercentage correspondeert met de helft daarvan (10,6 miljoen euro). Dit is in de CAO PO afgesproken als een ophoging van het bedrag per fte van 500 naar 600 euro per jaar.

Verhoging werkdrukmiddelen

In het Onderwijsconvenant is afgesproken eenmalig 97 miljoen euro naar voren te halen voor investeringen in de komende twee schooljaren. In het PAB-leerlingbedrag zijn de werkdrukmiddelen opgenomen. Die bedragen thans 225 euro per leerling. Door toevoeging van de investering wordt dit bedrag hoger. Tevens is besloten per volgend jaar dit bedrag te differentiëren tussen de sectoren. De leerlingbedragen voor de werkdrukmiddelen bedragen per sector in schooljaar 2020-2021:

  • Basisonderwijs: 243,86 euro
  • Speciaal basisonderwijs: 379,65 euro
  • (Voortgezet) speciaal onderwijs: 487,72 euro

Deze bedragen zijn de basis voor het schooljaar 2021-2022. Er zal dan een nu nog niet bekende indexatie op worden toegepast.

Na 2021-2022 is het eenmalige bedrag van 97 miljoen euro op. Dat betekent dat het totale budget teruggaat naar het niveau van het huidige schooljaar 2019-2020, tenzij de (dan zittende) regering anders besluit. De differentiatie tussen de sectoren wordt dan in principe weer losgelaten, maar ook hiervoor geldt dat de (dan zittende) regering anders kan besluiten.

Correctie

Op grond van het convenant is eind vorig jaar 150 miljoen euro uitgekeerd, met een bedrag per leerling van 99,25 euro. Later is besloten dit bedrag te differentiëren per sector in het primair onderwijs. Dit zorgt voor een herverdeling van in totaal 19,4 miljoen euro ten koste van het basisonderwijs en ten gunste van het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.  Het inmiddels uitgekeerde bedrag aan het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs moet nog worden ingehouden op het reguliere basisonderwijs. Dit zou gaan om een inhouding van 13,82 euro per leerling.

De correctie wordt gedaan via het leerlingbedrag van de PAB-middelen. Op grond van de begrotingsregels van OCW moet deze 19,4 miljoen euro in het kalenderjaar 2020 worden terugbetaald. Dit betekent dat dit bedrag wordt ingehouden op de eerste vijf maanden van het PAB-budget. Hierdoor komt de korting voor de eerste vijf maanden van 2020/2021 op 33,28 euro per leerling.

In een volgende bekostigingsregeling voor het schooljaar 2020/2021 zal het bedrag per leerling in het PAB worden verhoogd, zodat uiteindelijk over het hele schooljaar een bedrag van 13,87 euro wordt ingehouden.

Deel dit bericht: