‘Als ik kijk naar het stelsel denk ik dat er allerlei dingen beter kunnen maar ik zou geen grand design voor een nieuw stelsel wensen. Volgens mij zijn er heel veel andere dingen te doen.’ Dat zegt inspecteur-generaal Alida Oppers van de Inspectie van het Onderwijs in een interview met de PO-Raad.
Het interview staat in het teken van het komende debat in de Tweede Kamer over de sturing van het primair en voortgezet onderwijs. Oppers gaat onder andere in op ‘rolneming’. Daarbij noemt zij de rol die bestuurders pakken. ‘Ik zie best bereidheid tot leren, ook rond de resultaten die wij teruggeven in de Staat van het Onderwijs. Daar waar het goed gaat – en gelukkig geldt dat voor de meeste – zie je besturen die zich verbinden met de inhoud. Door bijvoorbeeld te sturen op het taalbeleid wanneer er problemen zijn met lezen. Dus niet: dit hoort bij de schoolleider en daar bemoei ik me niet mee, maar juist nét een stapje erbij.’
Oppers benadrukt hoe belangrijk de schoolbesturen zijn voor goed onderwijs. ‘Wat ik echt een nachtmerrie zou vinden, is als we geen besturen meer zouden hebben. Wie gaat zich dan ontfermen over zaken als de contacten met de gemeenten, de samenwerkingsverbanden en een visie op digitalisering? Moeten scholen dat er dan ook nog bij doen? In dat kader is het best bijzonder dat hier überhaupt een scenario voor op tafel ligt.’