Leerkrachten, schoolleiders en bestuurders in het primair onderwijs onderschatten elkaars ambitie, motivatie en mogelijkheden. Dat blijkt uit onderzoek naar de vraag en het aanbod van nascholing.

Volgens de onderzoekers is er een grotere opleidingsbereidheid bij leerkrachten in het primair onderwijs dan schoolleiders en -bestuurders veronderstellen. ‘Daarbij is het van belang dat leerkrachten meer ruimte krijgen om de opgedane kennis binnen de school te kunnen toepassen’, zo staat in een brief van minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van OCW aan de Tweede Kamer.

Uit het onderzoek blijkt verder dat schoolleiders en -bestuurders moeite hebben met de strategische inbedding en benutting van kennis uit opleidingen. ‘Zij ervaren onder meer praktische belemmeringen zoals gebrek aan roosterruimte en formatiecapaciteit en middelen om innovatie te faciliteren.’

Het ideaalbeeld van leraren, schoolleiders en – bestuurders is een meer innovatieve cultuur in de scholen te creëren waarbij de individuele professionele ontwikkeling aansluit bij de team- en schoolontwikkeling. ‘Dit vraagt om een professionele dialoog op de werkvloer tussen leerkrachten, schoolleiders en bestuurders en om het slechten van de praktische belemmeringen en drempels’, aldus Bussemaker en Dekker.

Voortgezet onderwijs

Er is ook onderzoek gedaan naar de vraag naar en het aanbod aan masteropleidingen voor leraren in het voortgezet onderwijs. Daaruit komt naar voren dat schoolleiders en -bestuurders de meerwaarde van docenten met een masteropleiding voor hun school duidelijk zien. ‘Van masteropgeleide docenten wordt bijvoorbeeld verwacht dat ze onderzoekstaken op zich kunnen nemen en dat ze betere ondersteuning kunnen geven aan leerlingen met leerproblemen’, zo staat in de brief van de minister en staatssecretaris.

Het onderzoek dat zich op het voortgezet onderwijs richtte, onderstreept volgens Bussemaker en Dekker eens te meer het belang van goed HRM-beleid op scholen. ‘Docenten hebben voldoende tijd en ruimte nodig om hun werk te kunnen combineren met het volgen van een master. Daarnaast is het van belang om masteropgeleide docenten voor het onderwijs te behouden door hen interessante loopbaanperspectieven te bieden.’

Uit het onderzoek blijkt verder dat de interesse van docenten en schoolleiders relatief vaak uitgaat naar verdieping op het vlak van onderwijsinnovaties, het ontwerp van onderwijs en toetsingsstrategieën.

Deel dit bericht: