De Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor het basisonderwijs in 2018 is gepubliceerd. 

Met ingang van 1 augustus 1998 moeten de stichtings- en opheffingsnormen telkens voor een tijdvak van vijf jaar bij ministeriële regeling worden aangepast. Het vijfjarige tijdvak waarop de gepubliceerde regeling van toepassing is, loopt van 1 augustus 2018 tot 1 augustus 2023.

Lagere normen door krimp

De stichtingsnorm geeft aan hoeveel leerlingen een school voor basisonderwijs minimaal nodig heeft om te worden gesticht. De opheffingsnorm (of instandhoudingsnorm) geeft aan hoeveel leerlingen een school voor basisonderwijs nodig heeft om bekostiging te blijven ontvangen.

De stichtingsnorm bedraagt minimaal 200 leerlingen, de opheffingsnorm minimaal 23 en maximaal 200 leerlingen. De stichtingsnorm van een gemeente bedraagt 10/6 keer de opheffingsnorm die voor die gemeente geldt.

In veel plattelandsgemeenten zijn de normen in de nieuwe regeling lager dan in de regeling die nog geldt. Dat komt door demografische krimp en de afnemende leerlingdichtheid. Zo gaat de opheffingsnorm in de Drentse gemeente Aa en Hunze omlaag van 31 naar 25 leerlingen. In Hof van Twente gaat deze norm van 52 naar 46 leerlingen en in de gemeente Noordoostpolder van 38 naar 35 leerlingen.

Teldatum 1 oktober 2018

Door de inwerkingtreding op 1 augustus 2018 zullen de normen gaan gelden voor de telcijfers in de periode 2018-2023. De eerste telling betreft die op 1 oktober 2018. Wanneer scholen gebruikmaken van de gemiddelde schoolgrootte, zullen zij op 1 augustus 2019 (teldatum 1 oktober 2018) een beroep kunnen doen op de nieuwe normen.

Informatie: Onderwijsjuristen, 0348-405250 van 08.30 tot 12.30 uur, onderwijsjuristen@vosabb.nl

Deel dit bericht: