Middelbare scholen moeten hun schoolexamens versterken om de balans tussen schoolexamen (SE) en Centraal Examen (CE) te verbeteren. Ook moeten de ‘oneigenlijke onderdelen’ eruit, schrijft onderwijsminister Arie Slob aan de Tweede Kamer.

De examenpraktijk is uit balans, schrijft de minister, omdat scholen zich steeds meer zijn gaan richten op de CE’s. De SE’s bevatten relatief vaak elementen die al in het CE aan de orde komen, maar ook ‘met wisselende regelmaat’ oneigenlijke onderdelen, zoals een tussentijdse schriftelijke overhoring of een beoordeling van huiswerkattitude. De minister vindt daarom dat zowel de positie als de kwaliteit van het SE moet worden versterkt.

Scholen verantwoordelijk voor SE

De verantwoordelijkheid voor het SE ligt bij de scholen zelf en Slob heeft daarom recent alle schoolbesturen in het voortgezet onderwijs per brief opgeroepen om nu allereerst voldoende aandacht aan de afronding van het SE te besteden. Hij wijst daarbij op de checklists van de VO-raad en van het Platform Examensecretarissen (PLEXS).

Vorig jaar ging het bij de afronding van de SE’s mis op een vmbo-school in Maastricht. Daar bleek achteraf dat ruim 300 leerlingen niet aan het CE hadden mogen beginnen, omdat hun SE’s niet goed waren afgerond.

Examencommissie op school

De VO-raad pakt de handschoen op. De branche-organisatie heeft negen actielijnen gepresenteerd om de schoolexaminering te versterken. Onderdeel daarvan is dat elke school vanaf augustus 2020 een examencommissie heeft, terwijl de VO-raad elk jaar zorgt voor actuele checklists en evaluatie-instrumenten.

Minister Slob kondigt in zijn brief aan dat de Inspectie van het Onderwijs voortaan let op naleving van het Programma van Toetsing en Afsluiting en dat hij de vinger aan de pols houdt door middel van diverse onderzoeken.

Meer informatie in de Kamerbrief van minister Slob: Visie toetsing en examinering in het voortgezet onderwijs.

Deel dit bericht: