Er melden zich zoveel zij-instromers in het primair onderwijs, dat de bodem van de subsidiepot in zicht komt. Er komt daarom per direct 4 miljoen euro extra beschikbaar. 

Onderwijsminister Slob meldt dit in antwoord op Kamervragen die waren gesteld door het Tweede Kamerlid Peter Kwint van de SP. Met het oog op het lerarentekort vindt Slob het goed nieuws dat er steeds meer aanvragen binnenkomen van mensen die vanuit een ander beroep willen overstappen naar het basisonderwijs. Zij kunnen via het traject zij-instroom met subsidie een opleiding volgen aan een lerarenopleiding en tegelijkertijd al beginnen voor de klas.

Bijna zes keer zoveel zij-instromers

In 2017 kwamen er 60 aanvragen van zij-instromers in het primair onderwijs, voor wie toen 1,2 miljoen euro beschikbaar was. Voor dit jaar was het budget eerder al meer dan verdubbeld naar 3,2 miljoen, goed voor 160 zij-instromers in 2018. Maar tot 9 oktober waren er al 353 aanvragen ingediend, bijna zes keer zoveel als in 2017. Met een extra verhoging van het budget met 4 miljoen kunnen alle aanvragen die zijn ingediend voor 15 oktober worden gehonoreerd. Aanvragen die ná 15 oktober binnenkomen worden ook direct in behandeling genomen, maar deze zullen vallen in de regeling voor 2019.

Per zij-instromer is 20.000 euro beschikbaar voor de omscholing. Voor zij-instroomtrajecten in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs zijn er aparte subsidiepotten. Voor het voortgezet onderwijs zit daar 1,6 miljoen euro in: voldoende voor 82 zij-instromers. Het ziet er naar uit dat deze subsidiepot niet helemaal leegkomt. Slob wil het geld dat overblijft overhevelen naar primair onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. In het mbo is de belangstelling ook groot: daar hebben zich inmiddels 214 zij-instromers gemeld.

De volledige beantwoording van de schriftelijke Kamervragen van Kwint.

 

 

 

Deel dit bericht: