Uit het verkennend onderzoek ‘VSO onderbrengen in het VO’, komen vier thema’s naar voren die aandacht vragen van bestuurders.
Voor landelijk inclusief onderwijs is nauwere samenwerking tussen voortgezet speciaal onderwijs (vso) en regulier voortgezet onderwijs nodig. Maar voorlopig valt het vso onder de cao-po. De Inspectie van het Onderwijs adviseert bestuurders om afspraken vast te leggen in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.
Onderzoek
Wat kunnen bestuurders verder doen? Voor het Verkennend onderzoek ‘VSO onderbrengen in het VO’, in opdracht van de PO-Raad en Aob, spraken de onderzoekers met 250 collega’s uit het voortgezet speciaal onderwijs. Uit het onderzoek kwamen vier thema’s naar voren: wetgeving, arbeidsvoorwaarden, bekostiging en bevoegdheden.
Vier thema’s
Ten eerste vallen de betrokken onderwijssoorten onder verschillende wetten: de Wet Primair Onderwijs (WPO), de Wet op de Expertisecentra (WEC) en de Wet Voortgezet Onderwijs (WPO).
Ten tweede is er een verschil tussen de cao-po en de cao-vo: onder de cao-po hebben docenten in het vso minder voorbereidingstijd. Een aandachtspunt voor overleg met de sociale partners.
Daarnaast is er een verschil in bekostiging. De bekostiging van het vso is vooral gericht op de ondersteuningsbehoeften van leerlingen, waardoor de kosten per leerling hoger uitvallen.
Ten slotte sluiten de bevoegdheden van leraren met een pabo-opleiding niet goed aan op de realiteit van het vo. Inbreng van bestuurders op deze punten is essentieel voor vervolgstappen op de route naar inclusief onderwijs 2035.