Het verzuimpercentage in het primair onderwijs ligt ruim boven het landelijk gemiddelde. Het goede nieuws: schoolbesturen kunnen het ziekteverzuim beïnvloeden.
Het Vervangingsfonds/Participatiefonds (Vfpf) luidde onlangs de noodklok: het ziekteverzuim in het po is zorgwekkend hoog. Over 2024 was het gemiddelde verzuim in de sector 7,2%. Daarmee is het verzuim in het po hoger dan in de rest van onderwijs (5,5%) en veel hoger dan het landelijk gemiddelde. Volgens Vfpf kost dat verzuim de sector jaarlijks 811 miljoen euro.
Van de schoolbesturen heeft ruim 70% een verzuimpercentage dat boven het landelijk gemiddelde ligt. Bij 25% van de schoolbesturen bedraagt het percentage zelfs 8,5% of meer. Dat betekent dat een aantal besturen een relatief groot aandeel hebben in het totale verzuim in het primair onderwijs. Een grondige aanpak van het verzuim kan daar dus veel verschil maken.
Meldingsfrequentie
Overigens zijn er ook positieve ontwikkelingen. Gemiddeld melden medewerkers in het primair onderwijs zich minder vaak ziek: de meldingsfrequentie is afgenomen. Het aantal medewerkers dat zich in een jaar niet ziek meldt, laat een stijgende lijn zien. Opvallend is verder dat het ziekteverzuimpercentage het hoogst is bij het onderwijsondersteunend personeel.
Analyse
Schoolbesturen kunnen met het verzuim aan de slag. Vfpf adviseert allereerst een diepgaande analyse van de verzuimcijfers. Wat zijn de oorzaken van het verzuim? Houdt het verzuim verband met de inrichting van de organisatie? Wellicht is het verzuimbeleid niet strak geregeld of schort het aan de uitvoering. Dat verschilt per organisatie: verzuimreductie vergt maatwerk.
Nadere informatie: Hoe dring ik het ziekteverzuim terug?