Het bijzonder onderwijs heeft onevenredig weinig leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond. Dat blijkt als cijfers waarmee de christelijke profielorganisatie Verus wil laten zien dat het bijzonder onderwijs geen segregerend effect zou hebben, in een bredere context worden geplaatst. 

Verus meldt dat het onzin is dat bijzondere scholen voor segregatie in het onderwijs zorgen, doordat deze scholen bepaalde leerlingen weigeren. Dat mogen ze op basis van artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs.

Als bijvoorbeeld een christelijke school vindt dat de levenswijze van een leerling en/of diens ouders niet bij de religieuze uitgangspunten van die school past, dan mag deze leerling worden geweigerd. De praktijk laat zien dat dit minder vaak gebeurt dan voorheen, maar het komt nog steeds voor, bijvoorbeeld bij scholen met een sterke godsdienstige inslag.

60-40-verhouding

De christelijke profielorganisatie stelt dat de cijfers laten zien dat het geen steek houdt dat het bijzonder onderwijs een segregerend effect heeft. Verus benadrukt dat 60 procent van de leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond op bijzondere scholen zit en 40 procent op openbare scholen.

Deze cijfers laten in een bredere context echter zien dat er wel degelijk een segregerend effect is. Van het totale aantal leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs (speciaal onderwijs uitgezonderd) zit namelijk 26,3 procent op openbare scholen, terwijl dus 40 procent van de leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond in het openbaar onderwijs zit. Dat is een significant verschil. Het openbaar onderwijs heeft dus relatief veel van deze leerlingen.

Andersom: van het totale aantal leerlingen (weer primair en voortgezet onderwijs bij elkaar opgeteld, het speciaal onderwijs uitgezonderd) zit 73,7 procent in het bijzonder onderwijs, terwijl hier slechts 60 procent van de leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond onderwijs krijgt. In het bijzonder onderwijs zitten dus relatief weinig van deze leerlingen.

Het bovenstaande laat zien dat artikel 23 en daarmee het bijzonder onderwijs wel degelijk een segregerend effect hebben.

Algemene acceptatieplicht

Het bericht van Verus volgt op een brief aan de Tweede Kamer waarin VOS/ABB, de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) en het platform CBOO pleiten voor algemene acceptatieplicht. Dit betekent dat ook het bijzonder onderwijs elke leerling zou moeten accepteren, net zoals het openbaar onderwijs dat doet.

VOS/ABB, VOO en CBOO zien algemene acceptatieplicht als een stap naar het concept School!. Dit concept voorziet in goed onderwijs voor alle kinderen zonder denominaties. In de toekomst zullen er geen openbare, christelijke, islamitische of wat voor scholen dan ook meer zijn, maar ‘scholen’ die op basis van diversiteit, gelijkwaardigheid en wederzijds respect aandacht hebben voor onder andere godsdienst en levensbeschouwing en álle leerlingen toelaten.

Discussiemiddag School!

Op 21 maart, tijdens de School!Week, is er in Woerden een discussiemiddag over het concept School!. Niet onbelangrijk: iedereen is welkom!

Deel dit bericht: