De vertegenwoordigers van PVV, BBB, NSC en VVD die onder leiding van PvdA’er Ronald Plasterk onderhandelden over de eventuele vorming van een rechts kabinet, waren het er met elkaar over eens geworden de democratische grondrechten ongemoeid te laten. Dit betreft onder andere artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs, zo blijkt uit het eindverslag dat Plasterk na het klappen van de informatiegesprekken aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

In het eindverslag staat dat de vier partijen de artikelen 1 tot en met 23 van de Grondwet zien als een ‘waarborg voor de democratische rechtsstaat’ en dat zij geen voorstellen zullen doen tot wijziging van deze artikelen, dus ook niet niet wat betreft artikel 23 over de vrijheid van onderwijs. Dit sluit aan bij wat er staat in de verkiezingsprogramma’s van PVV, BBB en NSC, maar druist in tegen de verkiezingsbelofte van de VVD.

‘Niet voor moslims’

Geert Wilders noemt in het PVV-programma de vrijheid van onderwijs ‘een groot goed’, maar tegelijkertijd mag er van hem geen plaats zijn voor ‘onderwijs dat haaks staat op de belangrijkste uitgangspunten waarop onze samenleving is gebaseerd: vrijheid, gelijkwaardigheid van man en vrouw, heteroseksueel of LHBTI, gelovig of geloofsverlater’. Dit betekent volgens Wilders dat islamitisch onderwijs moet worden verboden, maar die eis zette hij aan het begin van het onderhandelingsproces onder leiding van Plasterk in zijn spreekwoordelijke ijskast.

In het verkiezingsprogramma van NSC staat dat die partij ‘zeer hecht aan artikel 23 van de Grondwet’, maar ook dat de vrijheid van onderwijs ‘niet mag worden misbruikt’. De partij van Pieter Omtzigt erkent de vrijheid van ouders en scholen om een eigen levensbeschouwelijke grondslag te kiezen als basis voor de opvoeding en vorming van kinderen, mits hierbij wordt voldaan aan het reguliere curriculum en aan de wet. ‘We willen geen ruimte bieden aan het overdragen van onverdraagzaamheid en ondemocratische opvattingen door leraren of in lesmateriaal’, zo staat in het programma. De Inspectie van het Onderwijs moet hierop toezien, vindt NSC.

De BBB van Caroline van der Plas gaf voorafgaand aan de verkiezingen aan de vrijheid van onderwijs te willen handhaven, maar in het verkiezingsprogramma komt de term ‘artikel 23’ niet voor.

Gelijkheidsbeginsel

De VVD wil al jaren dat artikel 23 over de vrijheid van onderwijs wordt aangepast. Dat staat ook in het het jongste verkiezingsprogramma, dus de constatering van Plasterk dat ook de VVD geen wijzigingen wil aanbrengen aan de Grondwet druist daartegen in. De partij van Dilan Yeşilgöz gaf voorafgaand aan de verkiezingen aan de vrijheid van onderwijs zodanig te willen aanpassen dat die niet meer het gelijkheidsbeginsel (artikel 1 van de Grondwet) kan ondermijnen.

Bovendien gaf de VVD aan algemene acceptatieplicht te willen. Dit houdt in dat niet meer alleen op openbare scholen, maar ook op bijzondere scholen alle leerlingen welkom zijn. Nu is het nog zo dat bijvoorbeeld christelijke en islamitische scholen met de Grondwet in de hand hun deuren gesloten mogen houden voor leerlingen als die een levensbeschouwelijke achtergrond hebben die niet bij de uitgangspunten van de school zou passen.

Deel dit bericht: