Scholen voor voortgezet onderwijs verschillen sterk in het aantal leerlingen dat na het behalen van hun eerste diploma doorstroomt naar een hoger onderwijsniveau (‘stapelen’). Dat meldt het Centraal Planbureau (CPB), dat in het kader hiervan spreekt van kansenongelijkheid.
Uit het CPB-onderzoek Stapelen in het voortgezet onderwijs blijkt dat op de 10% scholen met de meeste stapelaars meer dan 35% van de vmbo-t-leerlingen doorstroomt naar havo, terwijl op de 10% scholen met de minste stapelaars slechts 5% dit doet. Het lijkt er volgens het CPB op dat scholen met veel leerlingen die doorstromen naar een hoger niveau, minder streng selecteren. Stapelaars op deze scholen hebben een iets lager gemiddeld eindcijfer op hun eerste diploma.
Het planbureau signaleert op basis van het onderzoek kansenongelijkheid, omdat het voor de schoolloopbaan van leerlingen kennelijk uitmaakt op welke school ze zitten. ‘Deze kansenongelijkheid kan nadelig uitpakken voor keuzemogelijkheden op gebied van vervolgopleiding, toekomstig inkomen en baankansen’, aldus het CPB.