Schoolbestuurders en -leiders hebben zorgen over het in acht nemen van de coronarichtlijnen van de overheid, de inzetbaarheid van voldoende personeel en over de mogelijkheid om stages door te laten gaan. Ook maken zij zich zorgen over het herstellen van de hiaten die zijn ontstaan in de tweede helft van het afgelopen schooljaar, meldt de Inspectie van het Onderwijs op basis van vervolgonderzoek naar de gevolgen van de coronacrisis.

In het basisonderwijs, waar de versoepeling van de coronamaatregelen het sterkst was, hebben schoolbestuurders en -leiders volgens de inspectie de minste zorgen over nadelige consequenties voor leerlingen op de langere termijn. In het voortgezet onderwijs en andere sectoren zijn er echter ‘onverminderd grote zorgen’, onder meer over het welzijn en het perspectief van de leerlingen en over de werkdruk bij leraren.

Uit het vervolgonderzoek blijkt verder dat als gevolg van de coronacrisis de verschillen tussen leerlingen toenemen en dat zij gemiddeld genomen een achterstand hebben opgelopen. De inspectie wijst er in dit kader op dat het essentieel is dat scholen niveauverschillen goed monitoren en waar nodig aanpakken. ‘Belangrijk is goed vast te stellen waar leerlingen staan en te voorkomen dat de grotere verschillen structureel zijn’, zo benadrukt de inspectie.

De inspectie zet het onderzoek naar de gevolgen van de coronavirus voort.  De komende periode zal de focus liggen op aanvullende maatregelen die scholen hebben genomen naast de ontwikkeling van alternatieve leerstof. De inspectie zal hierover rapporteren in de Staat van het Onderwijs 2021.

Lees meer…

 

 

Deel dit bericht: