Nederlandse leerlingen kunnen goed met elkaar samenwerken om problemen op te lossen. Dat blijkt uit onderzoek van het Programme for International Student Assessment (PISA) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Aanleiding voor het internationale onderzoek is dat er in de economie een groeiende behoefte is aan mensen die met elkaar niet-routinematige opdrachten kunnen uitvoeren. Het onderzoek richtte zich op 15-jarige leerlingen uit 51 landen.

In Nederland  deden in totaal 1714 leerlingen van 187 scholen aan het PISA-onderzoek mee, van praktijkonderwijs tot en met vwo.

In vergelijking met de gemiddelde prestaties in de onderzochte landen doet Nederland het relatief goed. Binnen de EU staat ons land op de zesde plaats, waarbij alleen Estland en Finland statistisch significant beter presteren.

In alle deelnemende landen scoren meisjes vaak een stuk beter dan jongens.

Lees meer…

 

 

Deel dit bericht: