De Inspectie van het Onderwijs meldt dat schoolbesturen over het algemeen financieel gezond zijn. Ze boekten in 2017 gezamenlijk een positief resultaat van 0,7 procent.

In De Financiële Staat van het Onderwijs 2017 staat dat er sprake lijkt ‘van een brede tendens van nogal voorzichtig begroten’. De inspectie signaleert dat het vaak moeilijk is de relatie te leggen tussen de begroting en behaalde resultaten.

‘Het is daarom noodzakelijk dat besturen en scholen beter beleidsrijk, meerjarig gaan begroten en dat de transparantie in de verslaglegging toeneemt. Wat weer moet leiden tot een betere planning van de inzet van de beschikbare middelen’, aldus de inspectie.

De onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob voegen er in een brief aan de Tweede Kamer aan toe dat schoolbesturen best een negatief resultaat kunnen begroten als zij ‘grote reserves’ hebben. ‘Gespaarde middelen moeten op enig moment worden geïnvesteerd (…), zodat goed, duurzaam onderwijsaanbod in stand blijft’, zo staat in de brief. Wat ‘grote reserves’ precies zijn, staat er niet in vermeld.

Samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Bij de samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs is volgens de inspectie sprake van ‘een groot verschil (…) tussen begroting en realisatie’. Na een begroot resultaat van ruim 4 miljoen euro volgde in 2017 een feitelijk resultaat van bijna 32 miljoen euro. Dit roept de vraag op ‘in hoeverre de samenwerkingsverbanden hun financiële processen weten te beheersen’.

De inspectie heeft naast De Financiële Staat van het Onderwijs het rapport Zicht op de besteding van de middelen voor passend onderwijs gepubliceerd.

Vrijwillige ouderbijdrage

In het rapport staat ook dat in het primair en voortgezet onderwijs de vrijwillige ouderbijdrage hoger wordt. In het primair onderwijs steeg deze bijdrage van gemiddelde 41 euro in 2013 tot 50 euro per leerling in 2017. In het voortgezet onderwijs ging het gemiddelde bedrag omhoog van 160 naar 204 euro.

Lees meer…

 

 

Deel dit bericht: