Het Vervangingsfonds gaat stapsgewijs moderniseren. De eerste wijzigingen zijn al doorgevoerd per 1 januari 2015: minder vergoedingen, lagere premies.
Op deze manier werkt het Vervangingsfonds toe naar een nieuw stelsel, ‘waarin het onderwijs een meer actieve rol kan spelen in verzuim- en vervangingsbeleid’. Per 1 januari 2015 is het reglement vereenvoudigd en zijn de mogelijkheden om eigenrisicodrager (ERD) te worden, verruimd. Ook schoolbesturen met een lumpsum lager dan 20 miljoen euro kunnen hier voortaan – onder bepaalde voorwaarden – voor kiezen.
Een andere wijziging is dat vervanging bij rechtspositioneel verlof op grond van de CAO PO niet langer wordt vergoed. Het gaat dan onder meer om verlof vanwege verhuizing, huwelijk of ziekte van echtgenoot. Voortaan komt alleen vervanging bij ziekte en schorsing voor bekostiging in aanmerking. De schoolbesturen lopen hierdoor dus iets meer risico, maar ze betalen ook een lagere premie. De premies zijn gedaald van 7,7 naar 6,5 procent. Meer wijzigingen volgen per 1 augustus en per 1 januari 2016.
Meer informatie over de wijzigingen bij het Vervangingsfonds