Bij de verdeling van het geld voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) zou niet moeten worden overgegaan tot verevening. Dat is de conclusie van het rapport Naar een nieuwe bekostigingssystematiek voor lwoo en praktijkonderwijs.

Op dit moment is er sprake van een ongelijke verdeling van de middelen voor lwoo en pro: de ene regio heeft een hoger percentage lwoo- en pro-leerlingen dan de andere regio.

Verevening onverstandig

Onderzoek naar de mogelijkheid om de middelen voor lwoo en pro te verevenen wijst uit dat de verwachte behoefte aan lwoo en pro niet gelijk is verdeeld over het land en dat er daarom niet verevend zou moeten worden.

De bekostigingssystematiek zou rekening moeten houden met sociaaleconomische aspecten in de verschillende regio’s, zoals het opleidingsniveau van de ouders.

Het onderzoek hoort bij de Negende voortgangsrapportage passend onderwijs.

Deel dit bericht: