Premier Mark Rutte moet uitleggen waarom er in de nieuwe kabinetsperiode onder andere het ministerie van OCW twee ministers heeft. Voorzitter Ankie Broekers-Knol heeft daarover een brief naar de premier gestuurd.

Volgens Broekers-Knol is het in strijd met de Grondwet als een ministerie twee ministers heeft. Volgens haar kunnen er niet twee kapiteins op één schip zitten. Met andere woorden: er kan er maar eentje de baas zijn. In de brief wordt verwezen naar artikel 44 van de Grondwet, waarin staat dat ministeries onder leiding staan ‘van een minister’. Ook in andere verwijzingen is volgens haar sprake van één minister per ministerie.

Het is volgens Broekers-Knol wel mogelijk om twee ministers op één ministerie te hebben, maar dan moet de tweede een ‘minister zonder portefeuille’ zijn. Zo’n minister is verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein, maar heeft niet de leiding over een departement. Ministers zonder portefeuille hebben, anders dan staatssecretarissen, zitting in de ministerraad en kunnen dus meestemmen over alle beslissingen.

‘Twee ministers mag gewoon’

Volgens Wim Voermans, hoogleraar Staat- en Bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, is de interpretatie van Broekers-Knol onzin. ‘De ministeries staan volgens de Grondwet niet onder leiding van één minister, maar van een minister. Dat is een soortaanduiding: het soort ambt wordt daar bedoeld. Niet een staatssecretaris en niet de minister-president, maar een minister’, aldus Voermans op BNR Nieuwsradio.

Het ministerie van OCW heeft in de nieuwe kabinetsperiode twee ministers: Ingrid van Engelshoven (D66) die onder meer over het hoger onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs gaat en Arie Slob die minister zonder portefeuille is. Hij gaat over de volgende onderwerpen:

  • Voor- en vroegschoolse educatie
  • Primair onderwijs
  • Voortgezet onderwijs
  • Speciaal onderwijs
  • Passend onderwijs
  • Lerarenregister
  • Lerarenbeleid en arbeidsvoorwaarden
  • Media
  • Archiefbeleid

Ook de ministeries van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Buitenlandse Zaken hebben twee ministers.

Van en voor

Zoals eerder op deze website vermeld, kon al uit een nuanceverschil in de gebruikte terminologie worden afgeleid dat Van Engelshoven de baas zou worden op het ministerie van OCW, omdat zij minister van OCW wordt genoemd. Slob is ‘slechts’ minister voor primair en voortgezet onderwijs en media.

Daarmee staat Slob in feite onder Van Engelshoven en is diens status te vergelijken met die van staatssecretaris, met dien verstande dat hij in de ministerraad wel mag meestemmen over alle beslissingen.

Deel dit bericht: